2 december 1813: een Rus op het bordes van het Paleis op de Dam

Gepubliceerd op: 3 december 2013

Toen op 2 december 1813 de Prins van Oranje feestelijk werd ingehaald in Amsterdam, vormde het Kozakkenregiment van generaal Alexander von Benckendorff een erewacht op de Dam. Wanneer de prins dan even later op het bordes verschijnt om zich door een uitzinnige, met oranje kokardes getooide menigte toe te laten juichen, wordt hij, heel symbolisch, geflankeerd door de Engelse ambassadeur en de Russische generaal von Benckendorff.

 

De gebeurtenissen in de dagen rond de bevrijding van Amsterdam van de Franse troepen door de Kozakken, lezen als een spannend jongensboek. Het dagboek van de Russische generaal Alexander von Benckendorff vormt daar een van de bronnen voor. 

Hij beschrijft hoe hij tegen de voorschriften van zijn meerdere in, toch besluit de IJssel over te steken en door te stoten naar Amsterdam. Met een klein regiment Kozakken gaat hij aan boord van een aantal schepen in Harderwijk en vaart s’nachts over de Zuiderzee, zover mogelijk van het Muiderslot vandaan, waar een Frans regiment zich heeft verschanst, naar Amsterdam. Daar aangekomen, ontmoet hij Kommandant Krayenhoff, die rond laat bazuinen dat er wel 6000 Kozakken voor Amsterdam liggen (in werkelijkheid een paar honderd man). De Franse generaal Molitor trekt  zich met zijn troepen terug naar Utrecht.

In Amsterdam hebben opstandige burgers onder leiding van een oud-marine officier, Job May, een aantal Franse belastingkantoren, de zg. douanehuisjes, op verschillende plaatsen in de stad in brand gestoken. De stemming onder de bevolking wordt steeds rebelser, maar het sladsbestuur durft nog geen stelling te nemen en blijft zich achter het Franse gezag (dat er in feite niet meer is) verschuilen. Dan ziet de jonge kommandant van de Nationale Garde, Anton Falck, tevens lid van societeit Doctrina et Amicitiae (later opgegaan in de Industrieele Groote Club), op 23 november Kozakken door de Leidsestraat lopen.

Het tij is definitief gekeerd: De Prins van Oranje landt op Scheveningen en wordt in Den Haag verwelkomd door de voorlopige nieuwe regering, het Driemanschap van Hoogendorp, van Duyn van Maasdam en van Limburg Stirum. Na zijn stormachtige onthaal in Amsterdam, stemt Willem Frederik erin toe zich tot Souverein vorst te laten uitroepen, binnen constitutionele grenzen. Voor een dag-tot-dag verslag: lees meer.

Overzicht