Een portatief voor de Schuilkapel in Huis de Wildeman in Zutphen

Gepubliceerd op: 21 februari 2018

Groot was onze verrassing toen wij de vraag kregen of wij een draagbaar orgeltje, een zg. portatief, zouden kunnen plaatsen in de Schuilkapel uit 1628 in Huis de Wildeman, het voorhuis van het Geelvinck Muziek Museum in Zutphen. Op een schilderij van Hans Memling (ca. 1480) staat zo’n portatief afgebeeld. De maker van dit werkende orgeltje zocht een passende plek en vond ons museum. Nu wacht het op de eerste uitvoering om polyfone Renaissance zang te begeleiden.

Walter Hoeven
Wij zijn de maker, Walter Hoeven, van dit zg. ‘Memling’ portatief bijzonder erkentelijk dat wij dit unieke instrument als schenking hebben mogen ontvangen. Het instrument kent een heel bijzondere wordingsgeschiedenis, die Walter Hoeven in zijn in 2016 in eigen beheer uitgegeven boek, “Het ‘Memling’ Portatief – in het Bourgondië van de vijftiende eeuw” beschrijft – een zoektocht die bijna een kwart eeuw in beslag nam.

Hans Memling
Het portatief, het draagbare orgeltje, kende een brede verspreiding, met name in Italië en de Bourgondische gebieden. Het is in de 14de en 15de eeuw door vele kunstenaars afgebeeld, in steen, op schilderijen en miniaturen in handschriften, in glas-in-lood  ramen van kerken ed., en is met name door Hans Memling (1435-1494), die werkte in Vlaanderen voor het Bourgondische Hof en voor vermogende opdrachtgevers, vele malen weergegeven.

Diptiek van de Alte Pinakothek
De afbeelding van een portatief op een diptiek van Hans Memling, met Madonna en kind en  vier musicerende engelen, in de Alte Pinakothek in München, heeft de maker als uitgangspunt genomen voor zijn recontsructie, omdat het heel nauwkeurig is weergegeven. “De twee rijen knoptoetsen zijn duidelijk zichtbaar en bewijzen onomstotelijk dat het hier om een chromatisch toetsenbord gaat met de rangschikking van de toetsen zoals die in onze tijd nog gangbaar is bij piano en orgel’ (blz. 42).

Arnout van Zwolle
Aan de hand van afbeeldingen zoals die van Hans Memling, kunnen we ons een beeld vormen hoe een portatief eruit heeft gezien. Maar hoe werkte het en hoe zag het er van binnen uit? Er zijn geen exemplaren tot in onze tijd overgeleverd, maar een handschrift uit waarschijnlijk 1440 van Arnout van Zwolle (1400-1466), astronoom en medicus aan het Bourgondische Hof beschrijft muziekinstrumenten uit zijn tijd, zo ook een portatief. Als een technisch tekenaar geeft Arnout van Zwolle de plaatsing en het rangschikken van de pijpen weer en beschrijft hij bijv. het luchtdicht maken van ventielen en geeft tal van practische aanwijzingen als het gebruik van een goede soort wit(schapen)leer.

Pijpen van lood of papier?
Op de afbeeldingen van Memling lijken de pijpen van metaal. Het kan zijn dat engelen beschikken over bovenaardse krachten, maar of het gewicht van twintig of meer loden pijpen zo’n portatief nog draagbaar maakte, is de vraag. Meerdere hedendaagse replica’s maken gebruik van lood of een metaal dat nog niet in deze late Middeleeuwen beschikbaar was, maar Walter Hoeven komt tot een andere conclusie: met lijm geïmpregneerd, tot een rolletje gedraaid papier is de oplossing om een stevige pijpenrij te kunnen vervaardigen, die tegen een stootje kan en het orgeltje ook nog draagbaar maakt. Het ‘Memling’ portatief was geboren.

Overzicht