Met ambassadeur Calkoen op audientie bij de Sultan

Gepubliceerd op: 13 november 2012

Op de dag dat premier Rutte in Turkije op bezoek was, vertelde Eveline Sint Nicolaas, conservator van het Rijksmuseum, bij ons over de audientie van ambassadeur Calkoen bij de Ottomaanse Sultan in 1727, tot in detail vastgelegd door de schilder Jean-Baptiste Vanmour. In het jaar van de viering van 400 jaar diplomatieke betrekkingen tussen Nederland en Turkije was deze avond van 7 november 2012 , in aanwezigheid van de Turkse Consul-Generaal dhr Togan Oral en meerdere nazaten uit het geslacht Calkoen in de zaal, een bijzondere kennismaking met Cornelis Calkoen (1696 – 1764), zoon van Nicolaas Calkoen en Agnes van Loon, maar ook familie van ‘onze’ Albert Geelvinck! Hoe zat dat in elkaar? 

Jan Corneliszn Geelvinck (zijn portret is te bewonderen in het Amsterdam Museum), de beroemde grootvader van onze Albert, had ook een dochter Maria Geelvinck, die met Willem van Loon trouwde. De kleindochter van deze tante van Albert trouwde met Nicolaas Calkoen. Cornelis Calkoen is hun zoon. Cornelis Calkoen is dus een achterachterneef van onze Albert Geelvinck.

Op 14 september bood Cornelis Calkoen, in opdracht van de Staten Generaal  en betaald door de directie van de Kamer voor de Levantse handel, zijn geloofsbrieven aan aan de Ottomaanse sultan Ahmed III. Calkoen had in zijn gevolg de schilder Jean-Baptiste Vanmour meegenomen, die de plechtige gebeurtenissen rondom dit bezoek als een ‘persfotograaf” avant la lettre heeft vastgelegd. Zo weten wij dat Calkoen en zijn gevolg ook aan tafel zijn uitgenodigd bij de Grootvizier, een diner dat ook weer volgens bepaalde vaste protocollen verliep. Ook was Calkoen getuige van de maaltijd van de Janitsaren, het keurkorps aan het Turkse hof; altijd een spannend moment of de in zilveren schalen aangeboden maaltijd aanvaard werd als teken van loyaliteit van het korps aan de sultan. Een hoogtepunt is het moment van de ontmoeting met de sultan in de troonzaal van het Topkapi paleis, waarbij Calkoen wordt begeleid door hofdignitarissen, die hem volgens protocol bij de arm nemen. 

Cornelis Calkoen heeft als diplomaat een rol gespeeld in de betrekkingen tussen de Hoge Porte, het Ottomaanse hof en het politieke krachtenveld in het Europa van die tijd.

 In 1744 verliet Calkoen Constantinopel voor een benoeming als ambassadeur in Frankrijk. Een terugkeer naar Turkije als ambassadeur heeft niet meer plaats gevonden door zijn dood in 1764.

Overzicht