Minifestival 24Preludia in Zutphen 21-23 juni: Terugblik

Gepubliceerd op: 3 augustus 2019

In een minifestival van drie dagen voerde pianiste Jaqueline voorheen Frederique alle 24 Preludia uit het Wohltemperierte Klavier van Bach uit, naast 24 preludia door 24 vaderlandse componisten van nu, te beginnen met Louis Andriessen. Een uitdagend en avontuurlijk project. Hierbij een terugblik

 

Terugblik Minifestival: 24preludia door pianiste Jacqueline voorheen Frederique in het Muziek Museum Zutphen.

“Niet alle componisten geloven in God maar wel in Bach”.

Je moet er maar opkomen, het idee om de 24 preludes van Bach te willen spelen en daarbij 24 vaderlandse componisten uit te nodigen een compositie te schrijven in dezelfde 24 toonsoorten. Jacqueline deed het gewoon, stapte op Louis Andriessen af en legde de vraag voor. De grote meester vond het een goed plan. Daarmee is ook meteen de vraag beantwoord waarom zij met de toonsoort A begon te spelen in plaats van C zoals gebruikelijk. De A van, juist ja…, Andriessen.

En zo kwam het balletje aan het rollen, de ene componist wees de andere aan totdat er 24 bereid gevonden waren om mee te doen. Voor allen een uitdaging en niet in de laatste plaats voor Jacqueline zelf, die hiermee een avontuurlijke muzikale reis begon. De spannende vraag is dan immers hoe dit project zal overkomen bij het publiek en tevens zijn de nieuwe composities bepaald niet makkelijk om met de juiste intentie te spelen. Dat is steeds schakelen.

Uit das Wohltemperierte Klavier deel I van Bach van rond 1722, op nieuw werk doen ontstaan en laten klinken was geen gemakkelijke opgave die ze zichzelf stelde, maar zo ontstond er wel nieuw klinkend cultureel erfgoed! Ik noem hierbij enkele componisten, niet de eerste de besten, de andere ook van naam kunt u vinden op de website 24preludia.nl
Louis Andriessen, Caroline Ansink, Willem Jeths, Caliope Tsoupaki e.a.

Tijdens elk concert werd eerst de prelude van Bach gespeeld en meteen er achteraan in dezelfde toonsoort een moderne compositie.

In het Muziek Museum Zutphen hebben we er voor gekozen om dit project in vier concerten te delen en nu ik er achteraf over nadenk is dat helemaal niet zo gek. Zo krijg je de tijd om Bach en de nieuwe composities beter tot je door te laten dringen. Er gebeurt nogal wat, geen enkele hedendaagse compositie leek op elkaar en ze zijn stuk voor stuk even boeiend. Natuurlijk is het persoonlijk welke composities je juist aanspreken en andere minder.

Ook elke toonsoort heeft zijn kleur en stemming die iets met de pianiste en publiek doen.

Jacqueline heeft een geheel eigen spontane manier van doen en maakte heel gemakkelijk contact met de toehoorders. Dat laatste maakte de concerten levendig en fris. Steeds ontstonden er vragen uit het publiek of vertelde Jacqueline iets over een componist, een partituur enzovoort. Daardoor werd er heel aandachtig geluisterd. De muziek kan dan nog beter klinken, wij als toehoorders zijn dan haar klankbord. Ook na de concerten was er steeds de gelegenheid met de pianiste te praten over ieders ervaringen. Enthousiaste, leuke en levendige gesprekken.

In een muziek museum zoals het onze hebben we de beschikking over bespeelbare historische instrumenten. De eerste avond speelde Jacqueline zowel Bach als de moderne composities op de Collard & Collard, een fortepiano gebouwd tussen 1840 en 1850. Echter de volgende ochtend rondneuzend in het museum en zijn bespeelbare instrumenten kwam ze tot een ander inzicht en speelde ze Bach op een klavecimbel door Jan Kalsbeek gebouwd en de modernen op onze Érardvleugel uit 1901. Het grappige was dat ze niet onder stoelen of banken stak dat ze welliswaar niet gewend is om klavecimbel te spelen, maar meteen dolverliefd werd op het instrument.
Persoonlijk vond ik dit een hele mooie keuze, immers Bach schreef zijn 24 preludes voor klavecimbel en aanverwante instrumenten uit die tijd en de moderne composities kwamen in mijn oren in het algemeen beter tot zijn recht op de Érard. Één uitgezonderd, die juist voor klavecimbel geschreven was (Miebe Mol van Pieter Smithuijzen). In ieder geval waren Jaqueline en haar toehoorders in hun sas met deze keuze.

Eerder merkte ik hierboven al op dat er vragen opkwamen uit het publiek,met name over de moderne composities. Elk ervan zat min of meer ingenieus in elkaar, er was echt over nagedacht hoe ze vorm te geven. Ik kan er hier nu over vertellen, maar op de site 24 preludia.nl staat al veel beschreven. De componisten lichten allen hun composities toe op deze website, tevens kunt u er trailers over zien.

Er is echt veel te vertellen over dit fraaie project en de uitvoering ervan, echter ik raad u aan om een van haar uitvoeringen te bezoeken en het zelf te ervaren. De data staan beschreven op de site: 24preludia.nl

 

Dit project verdient het absoluut om vaak uitgevoerd en beluisterd te worden. Indien u een zaal(tje) of geschikte locatie weet, nodig Jacqueline dan uit. Het is niet persé noodzakelijk om alle 24 preludia, dus 48 met de hedendaagse composities meegerekend uitgevoerd te willen hebben. Jacqueline kan zich ook aanpassen aan een bepaalde tijdspanne en met u overleggen welke zij dan uit gaat voeren.

Het zal u duidelijk zijn dat wij als Geelvinck-Team enthousiast zijn over dit project.

Jacqueline voorheen Frederique begon en eindigde in de toonsoort A , waarom?
De A van Andriessen met zijn stuk “Fanfare” werd een Ode gebracht. Een heel mooi gebaar!

Dank je wel Jacqueline en wij wensen jou veel succes met dit mooie initiatief.

27 juni 2019
Annelies Rhebergen
Zutphen-Warnsveld
www.muziekmuseumzutphen.nl

Overzicht